Op een koude namiddag op zo maar een maandag in het jaar 2009 loop ik op het centraal station. Met mij hebben nog zo’n paar honderd mensen besloten om op dat tijdstip op die plek te lopen. Iedereen leek haast te hebben maar niemand deed een pas harder. Voor mijn gevoel ging iedereen te langzaam, alsof je een invalidenwagen inzet als ambulance. In mijn oor hoor ik een man mij toezingen dat hij niet alleen is omdat de tv aan staat en dat hij niet gek is omdat hij de juiste pillen slikt. Menig mens zou denken dat deze man gek is, maar ik weet wel beter. Ik hoor al de hele dag dit soort teksten van dezelfde man die verstopt zit in een klein zwart kastje dat vanaf mijn broekzak verbonden is met twee dopjes in mijn oren. Daarbij zegt hij net zelf dat hij de juiste pillen slikt.

In mijn hoofd ben ik de zanger en gitarist en drummer van de band die ervoor zorgt dat mijn dag net iets mooier lijkt. Al weet ik dat dat alleen in mijn hoofd zit. Niemand anders is tenslotte verbonden met mijn zwarte kastje. Met minieme bewegingen zodat niemand dit ziet (tenminste dat hoop ik) speel ik de akkoorden op mijn denkbeeldige gitaar en zing ik zonder mijn lippen te bewegen in de denkbeeldige microfoon. Voor de drum hoef ik alleen maar licht met mijn hoofd te knikken op de maat. Ik ben een rockster!

Als een volleerd skiër slalom ik tussen alle ambulances en raak er slechts een paar. Ik ben best goed eigenlijk. Zou hier een Olympische sport voor zijn? Als ik even uit mijn trance ontwaak zie ik dat mijn fantasie om de gouden medaille te winnen voor het ambulance slalommen in duigen valt. Op het moment dat er volgens de stem in mijn oor zout, zoet suiker op het asfalt ligt, zie ik mijn ware tegenstander. Deze slalomt nog behendiger tussen de ambulances door dan ik. Buiten behendiger ook nog eens veel eleganter en sierlijker. Verslagen door een meisje van dezelfde leeftijdscategorie. Sportief als ik ben volg ik haar poging met volledige interesse. Vol van enthousiasme moedig ik haar in mijn hoofd aan. Ik heb tenslotte toch al verloren. Voor me loopt blijkbaar een aantrekkelijke jongen. Want op het moment dat de kampioene handig om een ambulance heen beweegt en de toekomende ambulances behendig ontwijkt, flirt ze subtiel met de jongen voor me, zonder van haar parkoers af te wijken.

Wow! Een Olympische prestatie leveren en een jongen scoren! Vrouwen kunnen dus zeker twee dingen tegelijk! Als ik een petje droeg had ik hem nu af gezet. In plaats daarvan doe ik een dopje uit als teken van waardering.

Hmm, volgens mij kwam die niet aan…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *